Toen ik ‘s ochtends uit school kwam stond er op de oprit een wens ambulance. Ik ging naar binnen en ik zag dat er een ambulance bed binnen stond waar opa op lag. Er waren ook twee verzorgers bij. We gingen met zijn allen eten. Opa kreeg pap en wij kregen een broodje. Toen mocht ik de cadeautjes uit pakken. Daar na gingen we naar de kamer en kregen we taart. Toen gingen we naar opa’s huis. Wies en ik mochten in de ambulance zitten. Onder weg stopten we bij een huis dat opa graag wouw zien. Toen reden we weer door. Toen we bij het huis van opa waren gingen we op de voet het veld in op een verharde weg naar het kapelletje. Daar hebben we ook nog wat foto’s gemaakt. Toen zijn we weer terug naar opa’s huis gelopen. Daar zijn we ook nog eens in gegaan. Toen wouw opa weer terug naar het hospice en mochten Wies en ik weer in de ambulance.
Ik vond het leukste van de dag: ik vond alles heel leuk.
Ik vond bijzonder: dat opa er was.
Dank je wel aan de mensen van de wens ambulance die er voor gezorgd hebben dat mijn opa op mijn verjaardag was en aan de mensen van het hospice die dit geregeld hebben.