Op woensdagochtend 22 februari 2012 is ten uitvoer gebracht wat eigenlijk niet meer voor mogelijk werd gehouden en hebben jullie de laatste liefste wens van mijn vader Gerard de Ruijter om nog één keer naar zijn Baanderij te kunnen gaan in vervulling gebracht.
Mijn vader heeft er zó naartoe geleefd… en met hem iedereen.
Niet echt iets ernstigs vermoedend werd mijn vader op 6 februari 2012 plotseling opgenomen voor testen in het BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam. Wel was hij eigenlijk al sinds het begin van 2012 voortdurend misselijk, hield hij op het laatst niets meer binnen en was zijn gewicht enorm afgenomen, maar hij had verder niets gemerkt. Hij gaf de schuld aan de medicijnen voor de gordelroos, waar hij al geruime tijd last van had.
Totaal geschokt waren wij toen al snel duidelijk werd dat zich een zeer grote tumor zo groot als een voetbal/meloen in zijn buik bevond – waardoor de normale doorgang van voeding en drinken geblokkeerd werd en alles in de maag bleef staan – en dat dit een uitzaaiing bleek te zijn van een zeer agressieve vorm van longkanker, de tweede plek van een kwaadaardige tumor die gevonden was bij de long. Om de misselijkheid weg te nemen werd een slang door zijn neus naar de maag ingebracht waardoor al het heldere vloeibare drinken dat hij via zijn mond dronk er via de slang weer uit kon.
Aanvankelijk had de interniste nog enige hoop op chemobehandelingen gehad, maar de longarts stelde op 15 februari – samen met een andere door haar geraadpleegde arts – vast dat de lichamelijke conditie van mijn vader al veel te zeer verzwakt was om een eerste zware chemobehandeling te doorstaan. Hij zou er aan overlijden. Mijn vader gaf zelf ook aan zich zo verschrikkelijk zwak te voelen en niet meer tot chemobehandelingen in staat. Zijn levensverwachting was nog maar kort.
De volgende dag bracht onze huisarts een bezoek aan mijn vader in het ziekenhuis en heeft mijn vader haar gevraagd of zij bereid was euthanasie bij hem toe te passen. Na diverse daarop volgende gesprekken met onze huisarts in het ziekenhuis, werd uiteindelijk op 19 februari besloten dat de euthanasie bij mijn ouders thuis zou plaatsvinden op donderdag 23 februari of vrijdag 24 februari, nà het in vervulling zijn gegaan van zijn laatste wens om nog één keer naar de Baanderij te gaan.
Zuster Dieneke en broeder Onno van het BovenIJ Ziekenhuis zijn degenen geweest die op 16 februari het fantastische nieuws aan het bed van mijn vader kwamen vertellen dat de wens daadwerkelijk door zou gaan. Wat geweldig! In al deze loodzware dagen een prachtig lichtpunt om naartoe te leven.
En het spande er nog om want mijn vader ging zo ontzettend hard achteruit. Was er eerder nog een voedingssonde ingebracht op 14 februari, waarop ook het toedienen van vocht werd aangesloten, werd dit alles op 20 februari weggehaald omdat het niet echt iets had uitgehaald en het er naar uitzag dat mijn vader die maandag zou overlijden. Maar de wetenschap dat hij naar de Baanderij zou gaan heeft hem ongetwijfeld in leven gehouden.
Woensdag 22 februari was de dag waarvoor mijn vader had geleefd. Na zo plotseling uit het dagelijks leven weggerukt te zijn, nog één keer naar de Baanderij toe, de thuishaven van de Belangenvereniging van Baanloze Scheepbouwers, waar mijn vader de voorzitter van was.
Twee schatten van ambulancemedewerksters van de Stichting Ambulance Wens, Joke uit Zeeland en Mariet uit Arnhem, kwamen rond 10.00 u. mijn vader ophalen van zijn kamer in het BovenIJ Ziekenhuis. De beer Mario die hij van Joke en Mariet kreeg, sloot hij teder in zijn armen.
Kort daarvoor was mijn vader wat opgefrist en had hij warmere kleding aangekregen. Mijn vader was zo ontzettend zwak en kon nauwelijks praten, zijn gezichtsvermogen was vrijwel helemaal weg. Ik had zijn nacht meegemaakt en heb ’s-ochtends vroeg zuster Dieneke nog gevraagd of het nu wel veantwoord was om het door te laten gaan, maar ik dacht ook: dit móet toch doorgaan… we willen dit zó graag.
Met alle liefde en zorg werd mijn vader op de brancard getild en ingepakt om naar de Baanderij gereden te worden. In de ambulance reden ook mijn moeder en zuster Dieneke met mijn vader mee. Alle overige familieleden reden met eigen vervoer met de ambulance mee naar de Baanderij in Amsterdam-Noord. Het was maar een kort ritje, 10 minuten maar.
Met spanning wachtte iedereen bij De Baanderij op de komst van mijn vader. Rietje had al vroeg bierkratten buitengezet om een parkeerplek voor de deur af te bakenen voor de ambulance in aantocht. Bouk had al zo vaak lopen ijsberen en gekeken of mijn vader er al aankwam. Iedereen was gekomen. Zo’n 85 mensen, als het er niet meer waren, waren op de Baanderij aanwezig. Mensen van de vereniging, oud-collega scheepbouwers, familieleden, vrienden, iedereen die van dit laatste bezoek van mijn vader afwist.
Mijn vader werd op de brancard naar een mooie centrale plek in het gebouw gereden, zodat iedereen hem goed kon zien. Hij bleef vast en hoog op de brancard liggen, dat was alles wat hij kon. De heer Flip Waldram nam de microfoon en gaf een speech ter ere van mijn vader, hun voorzitter, voor al het werk dat mijn vader voor hen had gedaan. Iedere dinsdag en woensdag in de week had mijn vader lange dagen gemaakt op De Baanderij en dan was er ook nog tijd mee gemoeid op een andere dag om de inkopen te doen. Flip Waldram vroeg een warm applaus voor hun voorzitter en dat kreeg mijn vader beslist. Vervolgens nam mijn broer Michiel de microfoon over van dhr. Waldram en gaf de microfoon in de handen van mijn vader zodat mijn vader een woord van dank tot iedereen kon richten. Het onverwachte, maar o zo mooie, gebeurde: mijn vader verraste iedereen door méér woorden te spreken dan alleen ‘bedankt!’ Hij sprak zo goed en zei dat ze vooral moesten doorgaan met de club, De Baanderij, en met het hebben van mooie dagen samen in het clubhuis, en hij zei ook het leven is kort en dat ze alles wat zij wilden doen niet moesten uitstellen maar direct moesten doen.
Om de beurt kwamen de mannen en vrouwen bij mijn vader staan, namen ze zijn hand om hem gedag te zeggen. Veel mensen waren ook helemaal geschokt om mijn vader zo te zien. Waren te bang en te emotioneel om naar hem toe te lopen. Het was niet te geloven dat mijn vader er zo slecht aan toe was, er zo vreselijk slecht uitzag in zo’n korte tijd. Later op de crematie vertelde iemand mij dat hij die woensdagochtend op de Baanderij niet naar mijn vader was toegelopen maar het beslist meer dan geweldig had gevonden dat mijn vader daar was en om alles wat er gebeurde te hebben meegemaakt en te hebben gezien. Er werd ook nog muziek opgezet zoals mijn vader dat altijd graag deed, iedereen kon een drankje nemen en mijn broer had ook voor gebak gezorgd.
Na ongeveer een uur was het genoeg voor mijn vader. Hij was heel moe en kon niet meer. Zijn zicht was niet goed en het blijven verstaan van mensen en zelf praten was al zo moeilijk, ging niet meer. Maar wat een schitterend bezoek was dit geweest zeg… De ambulance reed terug naar het BovenIJ Ziekenhuis en alle naaste familie in eigen auto ook.
Wij hebben de twee geweldige vrouwen, Joke en Mariet, van de Stichting Ambulance Wens die zich zo voor ons ingezet hadden, hartelijk bedankt. Het was echt zo mooi geweest allemaal. Weer in het ziekenhuis teruggekomen ging mijn vader snel achteruit. Hij had het gehaald: nog één laatste keer naar de Baanderij…
Nadat wij, de naaste familie, op die namiddag nog afscheid hebben kunnen nemen van mijn vader is hij daarna in diepe slaap gebracht in het ziekenhuis, waarna wij bij hem zijn gebleven en hij in die nacht om iets na 02.00 u. is overleden.
Lieve Joke en Mariet en oprichter Kees Veldboer: wij zijn jullie zeer dankbaar voor deze kostbare herinnering! Ja, woorden schieten te kort…
Namens alle familieleden, vrienden en kennissen, en alle aanwezigen op 22 februari hartelijk bedankt!
Heel veel liefs van Mirjam, dochter van Gerard.