Het planten van het zaadje van Stichting Ambulance Wens

Zo is Stichting Ambulance Wens ooit ontstaan

Kees Veldboer senior werkte als ambulancechauffeur bij de ambulancedienst Rotterdam-Rijnmond. Op een rustige werkdag in november 2006 was hij samen met zijn collega Linda onderweg naar de post Schiedam/Vlaardingen. Onderweg daarnaartoe kwam de melding dat ze waren ingedeeld op een ziekentransport van het Holy Ziekenhuis naar het Dijkzigt/Erasmus Ziekenhuis in Rotterdam. Daar moest een patiënt een pijnbehandeling ondergaan.

Die patiënt bleek de terminaal zieke Mario Stefanutto te zijn. Hij werd door Linda en Kees op de brancard gelegd en juist toen ze hem de afdeling afrolden, kwam er een telefoontje van het Erasmus Ziekenhuis dat de behandeling was uitgesteld tot later die dag. De patiënt kon voorlopig weer naar zijn bed. Maar daar was Mario het helemaal niet mee eens.

De dag ervoor was zijn pijnbehandeling namelijk ook al uitgesteld en vervolgens niet uitgevoerd. ‘Breng mij maar naar het Erasmus en zet me daar maar neer. Dan weet ik tenminste zeker dat ze me ergens vandaag wel helpen,’ zei hij.

Kees zijn collega Linda had een beter idee. ‘Je ligt nu toch op de brancard en wij hebben een hele rustige dag. Zeg maar waar je heen wilt’. Het was iets dat Kees en Linda wel vaker deden als het rustig was en er een mogelijkheid leek om een ernstig zieke patiënt een opkikkertje te bezorgen.

Maar Mario dacht dat hij in de maling werd genomen en wilde het spelletje meespelen: ‘O, dan gaan we een biertje drinken in Hoek van Holland’, zei hij. Waarop Kees zei dat dat met het oog op de eindtijd van hun dienst wat krap zou worden. Linda vroeg of hij niet een kopje koffie wilde drinken bij zijn vrouw thuis, maar die bleek op haar werk.

Toen vroeg ze of het havenhoofd in Vlaardingen ook een goede bestemming zou zijn. Mario in het gezelschap van zijn zoon Roy, toonde zich verbaasd. Hij besefte dan pas dat het allemaal heel serieus was bedoeld. ‘Menen jullie het echt dan?

‘Kees en Linda meende het echt en zo werden Mario en zijn zoon in de ambulance geplaatst en naar het havenhoofd gereden. Daar werd een extra deken over de brancard gelegd en zo kon Mario genieten van het scheepvaartverkeer en van de geuren en geluiden die bij een haven horen.

Kees zag dat Mario genoot met volle teugen. Mario werd emotioneel, de tranen liepen over zijn wangen en hij begon over elk schip dat voorbij kwam te vertellen. ‘En toen kwam er een boot voorbij van de havendienst. ‘Wil je een stukje varen?’, vroeg Kees. Dan zet ik je met Linda aan boord, varen jullie naar Rotterdam en dan pik ik jullie daar met de ambulance weer op. Collega Linda wist dat Kees er gek genoeg voor was om daar direct werk van te maken. Mario gaf toe heel graag nog een keer te willen varen, maar niet meer in staat te zijn om aan boord van een schip te kunnen komen. Dus werd Mario weer in de ambulance geladen en naar het Erasmus MC gebracht voor zijn behandeling, maar Linda zag overduidelijk dat bij Kees een zaadje was gepland dat zich razendsnel ontkiemde.

Het zaadje groeide uit tot Stichting Ambulance Wens

Kees ging na zijn dienst gelijk aan de slag voor Mario en kreeg de tip om rondvaartbedrijf Spido in Rotterdam te benaderen. Hij nam contact op met de Spido en die wilde weten wat precies de bedoeling was. Toen de Spido-baas begreep dat het ging om het vervullen van de wens van een terminale zieke zegde hij meteen zijn medewerking toe. ‘Kies maar een dag, dan komt het voor elkaar’. Kees koos voor zijn eerst volgende vrije dag, regelde dat hij een ambulance kon gebruiken, dat een verpleegkundige hem zou vergezellen en belde met de zoon van Mario, die stomverbaasd was en reuze blij toen hij te horen kreeg dat zijn vader toch nog zou gaan varen.

Besloten werd dat Mario vooraf niets te horen zou krijgen, hij zou verrast worden. En verrast was hij toen zijn zoon en Kees hem kwamen ‘ontvoeren uit het Holy ziekenhuis. Hij kon zijn tranen niet bedwingen toen hij hoorde wat hem te wachten stond. Pas op de rondvaartboot kwam hij tot zichzelf en begon voor hem het grote genieten. Toen Kees zag hoe Mario opleefde en lag te stralen zei hij tegen de mensen om hem heen: ‘Dit is zo eenvoudig, zo simpel: een paar telefoontjes, een ouwe ambulance en je kunt mensen gelukkig maken door hun laatste wens te vervullen’. Dit bracht Kees op het idee om een stichting op te richten en zo werd op 26 februari 2007 officieel Stichting Ambulance Wens opgericht. Gewoon doen!

Gewoon doen

Gewoon doen is het verhaal over het levenswerk van Kees Veldboer, oprichter en directeur van de Stichting Ambulance Wens. Als ambulancechauffeur ontdekte Veldboer dat je soms met een heel klein gebaar enorm veel voor ernstig zieke mensen kunt betekenen. Hij besloot een stichting op te richten om de laatste wensen van terminaal zieken te vervullen.

Het boek ‘Gewoon doen’ is te bestellen.