“Syl, ze wil heel graag naar de Basiliek in Oudenbosch”. Mijn zus Janny appt me. Ze doelt op onze oudste zus Trudy. Ik had het al van mijn zwager gehoord. Maar het was er nog niet van gekomen. Maar ineens gaat het slechter met haar en allen beseffen we: “Het is nu of nooit”. Het is zondagmiddag. Er is geen tijd te verliezen.
Ik heb visite en we babbelen over van alles en nog wat. Maar in de tussentijd draaien de molentjes in mijn brein. “Ik moet de Stichting Ambulancewens vragen. Een organist regelen. De Basiliek benaderen. En die drie samenbrengen. En wel nu…”
In dit soort situaties kan ik Mark Zuckerberg wel zoenen. Want via Facebook zoek ik contact met een oude Jeugdvriend die organist is en die ik ken uit mijn kerkelijk verleden. Via Messenger stuur ik hem een bericht. Of hij snel contact wil opnemen want ik heb een speciaal verzoek. Hij reageert binnen een uur. We bellen en hij zegt toe te zullen komen om te spelen. Voor we ophangen, vraag ik hem: “waar woon je eigenlijk”… :-).
Zondagavond vul ik het online aanvraagformulier in voor de Stichting Ambulancewens. Trudy is niet meer in staat om zonder begeleiding op stap te gaan. Vervoer per ambulance is noodzakelijk. De Stichting Ambulancewens vervult de laatste wens van terminale patiënten. Ik schrijf dat Trudy zo graag nog naar de Basiliek in Oudenbosch wil gaan. Maar dat ik nog geen datum heb.
Maandagochtend bel ik de kerk. Ik leg de situatie uit en hoor aan de andere kant een lieve begripvolle stem. Natuurlijk kan dat. “Kan ze woensdag komen? Dan sluiten we de kerk om half vier, zodat ze de hele kerk voor haar alleen heeft.” Ik word stil. Tijdens het gesprek komt een ander gesprek binnen. Het blijkt de stichting Ambulancewens. Ik kan ze meteen melden dat de kerk op Woensdag ter beschikking staat. De Stichting Ambulancewens zegt dat dat kan en dat ze er zullen zijn.
“Ze doen het! Ze doen het” zeg ik tegen mijn visite en ik spring door de kamer. “Oh, mooi” zegt hij. Ik bel Trudy om te vertellen dat ze woensdag naar de Basiliek gaat. Ze is blij. En ik vraag haar maar vast te bedenken welke liederen ze wil horen.
En dan wordt het woensdag. Zus Janny komt naar mij toe en wij rijden met de camper naar de Basiliek. Daar treffen we de gastheer van de Basiliek en even later komt de organist. 25 jaar geleden zag ik hem voor het laatst.
Janny gaat met organist Erik mee naar het orgel. Trudy en Rob weten niet dat ze er is. Maar ze heeft de taak om met mij in verbinding te staan via de whatsapp.
Trudy en Rob arriveren met de ambulance. In de kerk worden ze verwelkomd. Het is een emotioneel moment. Dan zet het orgel in. Trudy maakt een rondje door de kerk en staat met Rob stil bij de hoek van de “Onze Lieve Vrouw van de Altijd Durende Bijstand”. Trudy noemt nog een lied dat in haar opkomt. Ik app het door naar “boven”. Ik bid ook. Dat er bereik is daar. Maar nog geen halve minuut later klinkt het lied. Ik krijg kippevel. Dan laat ik ze alleen en vraag ook aan de ambulancemensen even afstand te nemen zodat Trudy en Rob even echt alleen zijn. Het orgel speelt de ook voor mij zulke bekende liederen.
Ik zoek een plekje. Achter een pilaar. Niet te ver weg maar toch uit het zicht. En de tranen stromen me over de wangen bij het horen van de orgelmuziek terwijl ik zo dicht bij de pilaar zit dat ik zie dat het marmer geschilderd is. Maar dat deert me niet. Ik fraudeer ook nog wat door een verzoeknummer naar boven te appen dat van mezelf afkomstig is maar ik weet dat Trudy dat ook mooi vindt dus vind dat geoorloofd.
Dan rijden Trudy en Rob naar het midden van de kerk. Ik app Janny. “Kijk eens over het randje”. Dan zien we heel ver weg Janny zwaaien. “Dat is Janny, mijn remote control” zeg ik tegen Trudy die een diepe zucht slaakt.
We wisselen nog even af en ik klim de trappen op naar het orgel. Om ook even naar beneden te kunnen zwaaien.
Dan wordt het tijd om af te ronden. De ambulancebroeder en –zuster komen haar ophalen. “Leuk, doen we nog een keer”. Zegt Trudy tegen ze. De ambulancebroeder is duidelijk even van zijn à propos maar Trudy stelt hem gerust. “Zullen we weer gaan” zegt ze. Zij en Rob zijn dankbaar en hebben genoten.
We zwaaien ze uit. Ze gaan terug naar de Hospice. Erik en Janny en ik hebben een kleine en warme afterparty in de camper die ik naast de kerk had geparkeerd. Met oliebollen en koffie. En we praten even 25 jaar bij.
Deze dag was onvergetelijk. Niet alleen voor Trudy en Rob. Maar ik heb ook de dag van mijn leven gehad. Wat kunnen mensen veel voor elkaar betekenen. De vrijwilligers van de Stichting Ambulancewens. De vrijwilligers van de Stichting Promotie Basiliek. En wat mooi dat vriendschap niet verjaart. “Het is een eer” zei Erik toen ik hem vroeg te komen spelen. En die komt dan op woensdagmiddag uit Amsterdam om orgel te spelen.
En dan, als de ambulance uit het zicht verdwijnt, ben ik dankbaar dat ik het vertrouwen heb dat Trudy en Rob daar in het Hospice (Hospice de Reiziger) met zorg en liefde worden opgevangen. Ook daar werken 123 vrijwilligers samen met medische professionals. Wat een rust dat ze daar is.
Gisteren was ik bij Trudy. “Je schrijft wel snel een blog he?” zegt ze. “Over woensdag”… “Doen hè, dan hoef ik niet zoveel te vertellen en kunnen ze je blog lezen… ”
“Ja” zeg ik……