Op 20 oktober dit jaar ben ik met mijn terminaal zieke tante meegereden met de ambulance vanuit haar hospice in Sassenheim naar mijn vader in Meerle, België. Daar heeft ze jarenlang veel gelogeerd en daar kon ze al enige tijd niet meer naar toe. Ook mijn vader is slecht ter been en kon haar nauwelijks meer bezoeken.
De dag begon met een enthousiaste ontvangst door de ambulancevrijwilligers en met het uitzwaaien door de hospice medewerkers. In de ambulance kon ik naast mijn tante zitten en de vrijwilligers zaten voorin. Zo konden mijn tante en ik -dicht naast elkaar- knusse gesprekjes voeren. Je hebt het dan ineens over dingen van vroeger en dingen waar je anders toch niet zo snel over praat.
We zijn mijn vader op gaan halen en hebben een heerlijke lunch gegeten in een mooi restaurant. Terug thuis bij mijn vader hadden we nog even tijd met elkaar en bij het vertrek zei mijn tante “dag huis, dag tuin” en vervolgens gaven mijn tante en mijn vader elkaar een afscheidskus. Op dat moment hadden we allen nog de hoop mijn vader nog een keer naar haar toe te brengen. Het is er niet meer van gekomen. Het was duidelijk dat met deze rit mijn tante iets belangrijks afgerond had in de korte tijd die ze nog had. Ze ging hard achteruit en is 12 dagen na deze ambulancerit overleden.
Aan een goede vriendin had ze gezegd dat het ambulancewens-beertje voor mij was. Het doet je veel als je die na slechts een paar dagen al krijgt. Hij heeft een ereplekje in mijn huis gekregen. De herinneringen die ik dankzij Ambalancewens heb gekregen zijn nu een grote steun.
Hartelijke groeten,
Laetitia