Ambulance wens
De eerste keer dat ik met ambulancepersoneel geconfronteerd werd kan ik me nog levendig herinneren. Het was een uur of 6 ‘s ochtends, het eerste licht kwam door het raam van ons huis op drie hoog in Amsterdam en ik was kapot, maar zielsgelukkig. Ik had een klein uurtje daarvoor na een bevalling van 16 uur mijn eerste kind gebaard, maar moest voor controle toch naar het ziekenhuis. De bel ging, mijn man deed open en daar kwam een opgewekte ambulancebroeder naar boven lopen met eerst kado wat onze dochter Puck ooit zou krijgen: een vrolijk lachend beertje. Ik kon toen nog niet vermoeden dat zo’n zelfde beertje later boven het ziekbed van mijn vader zou hangen.
Toch is dat precies het geval. Bij mijn vader is vorige maand heel onverwacht terminale kanker geconstateerd. Net voor de Kerst hoorden we dat hij nog maar heel kort te leven heeft. Die laatste tijd mag hij gelukkig thuis doorbrengen, waarbij hij voor bestralingen per ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht.
Ik kon merken dat hij tegen de (eerste) bestralingen opzag. Maar toen het ambulancepersoneel aanbelde, met iedereen in het huis kennismaakte, zich eerst op de hoogte stelde van de situatie en vervolgens mijn vader heel voorzichtig, aandachtig maar niet zonder humor overplaatsten in de ambulance, zag je veel spanning bij hem wegvallen. Hij had een klik met deze mensen. Op de terugweg van de bestralingsintake vertelden ze hem over de ambulance wens.
Hij dacht een tijdje over die wens na en besloot op de dag van de laatste bestraling dat hij heel graag nog eens naar het Rijksmuseum zou willen. Op maandagmiddag gaf hij zijn wens door, op dinsdagmiddag werd hij al opgehaald en fietste ik met mijn man en twee dochters naar het museum. Na sluitingstijd mochten we naar binnen en daar lag hij op de brancard met het bekende beertje op zijn buik. Kees en Jos van het ambulancewens team stonden er ontspannen naast. Weer een klik met mijn vader. In het verlaten museum kregen we een privérondleiding op de eregalerij. Het maakte diepe indruk. Mijn vader straalde, hij genoot, het was dat hij op een brancard lag anders zou je niet denken dat hij ziek was.
Maar dat was nog niet alles. Nadat we iedereen uitgebreid bedankt hadden en afscheid wilden nemen vroeg Jos of we niet nog iets wilden doen. Een hapje eten ofzo, ze waren er immers om er een droomdag van te maken. Om een lang verhaal kort te maken, de droomwens eindigde niet in een restaurant met een Michelin ster maar in Snackbar Johan bij ons om de hoek waar mijn vader met de nodige improvisatie naar binnen werd gereden en we met zijn allen een lekker patatje met en een frikandel speciaal hebben gegeten.
Sinds die dinsdagavond hangt het beertje boven zijn bed en hebben we het er nog vaak over. Dit is voor eeuwig! Ofwel, een onvergetelijke dag, die zonder het team van Ambulancewens niet mogelijk was. Wij zijn jullie erg dankbaar. Wat mooi dat jullie er zijn en dit doen.
Jos en Kees, bedankt!