Woensdag 14 december werd er om rond 10.00 uur bij ons aangebeld. Toen ik naar buiten keek, zag ik de ambulance al staan. Robert, mijn man en ik waren allebei een beetje opgewonden. Wat zouden we vandaag gaan beleven? Gelukkig hadden we net de vorige dag van iemand gehoord dat de ambulance-mensen zo “lief” waren! Dat stelde al gerust.
We hadden graag een dagje naar zee gewild, om te maken dat Robert nog één keer de zee kon zien….. Maar nu Roberts broer ook ernstig ziek was geworden, hadden we besloten om ons naar Harlingen te laten rijden, waar Hans, Roberts broer woont.
Nadat Eveline en Ad beer Mario en zichzelf hadden voorgesteld en ze Robert nog even geholpen hadden, hadden we meteen alle vertrouwen. We vonden beiden, ieder op hun eigen manier, heel aardig en ze voelden al snel vertrouwd. Goed ingepakt op de brancard, ging Robert de ambulance in en ik zat op een stoel naast hem. De zon ging schijnen, recht in Roberts gezicht en het gaf mij, ondanks de kou, een warm gevoel om hem daar zo ingepakt te zien liggen met zijn gezicht in de zon. Hij had er zelf geloof ik een beetje last van. Tot aan de stop bij hotel Wieringermeer, hadden we het allebei behoorlijk koud….. het lukte Eveline en mij niet om de verwarming aan te krijgen. Toen Eveline en Ad na de koffie Robert weer op de brancard tilden, zei Robert tot ieders vermaak : ‘Nou ja, zo erg is het nou ook weer niet!”… Weer in de ambulance, werd het, na een kleine actie van Ad, al snel lekker warm. We genoten van het uitzicht over het Ijsselmeer. Eindeloos grijsgroen water, in de verte overgaand in een grijze lucht. Heel ontspannen werden we ervan…. Van al die ruimte… en al die warmte….
Eenmaal in Harlingen aangekomen, en bij het huis van Hans, was het een ontroerend weerzien van beide broers, die zich realiseerden dat ze afscheid zouden nemen “voor het leven”……. Beide ernstig ziek, beide geen angst voor de dood, eerder een soort van verlangen ernaar… “Wat een lotsverbondenheid”, zou later iemand zeggen…. toen zij hoorde dat beide broers tegelijkertijd zo ernstig ziek waren…
Toen we na een lunch weer weggingen en de broers nu toch echt afscheid van elkaar zouden nemen, kregen ze het allebei te kwaad, en met hun 75 en 76 jaar, omarmden ze elkaar en noemden ze elkaar bij hun kindernaam….. Hansepans en Bob. Ik vond het ontroerend om hier bij te mogen zijn. Dit moment vergeet ik de rest van mijn leven niet. En beide broers hebben het in hun hart gegrift en zullen het meenemen op hun reis…
En dit alles dankzij Stichting Ambulance Wens! Op de terugweg hebben we nog heerlijk in hotelrestaurant Galamadammen soep gegeten en koffie gedronken en een goed gesprek gevoerd met z’n vieren, en toen gingen we op huis aan : Robert weer lekker ingepakt en ik met een dekentje over mij heen, lekker genietend van de rust en de warmte, een beetje duttend en namijmerend over deze bijzondere dag. We hebben de dag ervaren als een kostbaar geschenk. En waren erg blij met de hartelijkheid en de deskundigheid van Eveline en Ad. Een dag met een sterretje in een periode van bezig zijn met het einde van het leven….
Dank jullie wel, Ad en Eveline. En dank je wel, Kees! En dank aan alle donateurs. Wat een geweldig geschenk hebben jullie allemaal ons gegeven!